Visie
Gedurende mijn carrière in de reguliere gezondheidszorg heb ik duizenden mensen begeleid, verpleegd, gesteund, behandeld of verwezen. Tijdens levensbedreigende, acute trauma’s of ongelukken was het vaak een zegen om middels operaties in te kunnen grijpen en in de Geestelijke Gezondheids Zorg totaal verwarde of extreem angstige mensen direct op te kunnen nemen en tot behandeling over te gaan. De grens lag altijd bij een onacceptabele mate van “lijdensdruk”, een gevaar voor de omgeving, of een voortschrijdende aantasting van vitale functies, in combinatie met een verstoord bewustzijn. In die gevallen wordt een beslissing tot behandelen van buitenaf door een ander (crisisdienst) gemaakt en dus afgedwongen. Deze afwegingen zijn in Nederland zorgvuldig in de wet. Ik heb hier tijdens crisisdiensten regelmatig gebruik van moeten maken in soms volstrekt ontluisterende situaties……
Hoewel ik de waarde van antibiotica, psychofarmaca, operaties en (dwang) opnames in zag, kwam ik door de jaren heen ook tot de ontdekking dat ik in alle werkvelden bepaalde patiënten na verloop van tijd weer terug zag. Soms met dezelfde klacht, soms met een variant en soms met nieuwe klachten. Ik begreep dat we vooral technisch, klachtgericht werkten en dat dat lang niet in alle gevallen het enige antwoord was. Leven en individuele gezondheid is immers meer dan alleen techniek en standaardprotocollen. Op de afdelingen oncologie voelde ik vaak al welke mensen het gingen redden en welke niet…… Mensen met lichamelijk dezelfde uitgangspunten, maar met verschillende karakters, achtergrondsituaties en vooral toekomstperspectieven.
Ik begreep dat Gezondheidszorg meer in moest houden dan alleen protocollen, doelgroepen, productiecijfers en aangeleerde technieken. In 30 jaar heb ik de golfbewegingen mee gemaakt van centraliseren van klinieken naar decentraliseren en weer terug en daar ging steeds meer energie, frustratie, geld en tijd in zitten. De politieke keuzes werden steeds dwingender en verzekeringsmaatschappijen machtiger. In management functies merkte ik de geringe invloed die ik had in een krachtenveld met dubieuze belangen en vaak een dubbele moraal.
Onder deze druk groeide mijn motivatie om op zoek te gaan naar een andere, mogelijk aanvullende geneeswijze op de reguliere geneeskunde. Ik wilde “het kind niet met het badwater weg spoelen” omdat ik decennia lang mijn vak met hart en ziel heb beoefend, maar het was voor mij niet meer genoeg. Mijn motivatie daalde niet alleen, mijn eigen ethische grens was bereikt.
De keuze om Chinese Geneeskunde te studeren kwam niet uit de lucht vallen. In een voorwoord van een onlangs verschenen artikel in de NPVA kun je hier meer over lezen: Acupuncturist aan het woord
Ik kom uit een medisch gezin en mijn vader is een belangrijke inspirator geweest tot deze keuze.
Ik zie daarmee ook de bijzondere voordelen van mijn Westerse achtergrond en de kennis van de Chinese Geneeskunde en de vele toepassingsgebieden daarvan. Zoals de Westerse Geneeskunde niet één waarheid is, is de Chinese Geneeskunde dat ook niet.
Concluderend; de Westerse Geneeskunde is vooral goed in acute traumata, de Chinese Geneeskunde in de meer chronische, langdurige klachten.